zondag 10 juni 2012

Voorlopig zal ik geen nieuwe berichten meer plaatsen. Pas als ik een nieuw doel heb gesteld met het bloggen zal ik wellicht de draad weer oppakken. Dank dat je er als lezer was.

zaterdag 12 mei 2012

Aan tafel

'Aan tafel!'
Met deze woorden nodigt Matthijs van Nieuwkerk na het openingspraatje zijn tafelheer (of soms -dame) uit om plaats te nemen aan de tafel. In de De Wereld Draait Door. Of hoor ik voor het gemak te zeggen DWDD? Daar word ik soms wat moe van. Sinds ik vaker op Twitter vertoef, vergt het nogal wat onderzoek om de #'s te begrijpen. Dat televisieprogramma's met lange namen er met afkortingen aan moeten geloven snap ik, maar moet dat nu ook met sportfestijnen? Word ik geacht te snappen als een leeftijdgenoot op Twitter meldt dat hij, na zelf te hebben gefietst, nu verdiend met een biertje op de bank zit te kijken naar #LBL? Toegegeven, soms wordt het leuk met die afkortingen. De Onafhankelijk Burgerpartij van Hero Brinkman wordt al snel afgekort met OBP, en op Twitter meldt een olijkerd dat de OB Partij waarschijnlijk wenig last van lekken zal krijgen. Om vervolgens Maxime Verhagen te adviseren om de  LimBurgerPartij op te richten. Iemand anders vindt het jammer dat NIGeria nooit tegen GERmany heeft gespeeld en doelt daarmee op de afkorting die er dan boven in het televisiescherm zou verschijnen. Maar ik dwaal af.

Aan tafel betekent in #DWDD inderdaad dat er verschillende gasten aan tafel schuiven. Die formule werkt. Bij #PenW (ja, nu ga ik ook door met de afkortingen) zitten alle gasten van begin af aan tafel en dat werkt veel minder. Ze zitten soms openlijk verveeld te wachten tot ze aan de beurt zijn en de beide gastheren doen slechts half zachte pogingen om andere gasten bij een discussie te betrekken. Ik kijk er steeds minder naar. Het wordt anders, wanneer mensen niet áán maar áchter de tafel zitten. Dan veranderen de spelregels. Op het podium in een congreszaal stralen statige heren achter enorme tafels (met van die lelijke gordijnen er voor, zodat de lichaamstaal onder tafels niet verklapt wanneer deze heren zich ongemakkelijk voelen) met grote naamborden erop vooral macht en geld uit. Is het daarom dat de aandeelhoudersvergadering, waarbij de aandeelhouders nota bene als publiek in de zaal moeten plaatsnemen, soms tot heftige taferelen leidt? Ook de enquêtecommissie zit achter een tafel. Daar krijgt het weer een andere lading, het wordt een tribunaal. Gek gebeuren eigenlijk, zo'n enquête. Achter de tafel mag de commissie, bestaande uit gewone Tweede Kamerleden, zich opeens als een rechtbank gedragen. Vanuit letterlijk een comfortabele positie, mogen ze de meest indringende vragen stellen aan mensen, vaak gewoon collega politici, die in het verleden iets ontzettend fouts hebben gedaan. Ik kon me de reactie van Wouter Bos dan ook goed voorstellen toen hij de vloer aanveegde met de bevindingen van de commissie De Wit. Politici die voor rechter spelen, het lijkt mij een ongelukkig combinatie. Sowieso heeft een enquêtecommissie geen enkele zin. Een ingewikkelde, unieke situatie uit het verleden wordt onderzocht om er achter te komen wat er is gebeurt en hoe het anders had gekund. Niet zo moeilijk. Met de kennis van nu zijn vele zaken uit het verleden te duiden als verkeerd en liggen alternatieven voor de hand. Die komen dan ook braaf in zo'n rapport terecht. Het punt is dat we er niks van leren. Om de doodeenvoudige reden dat de unieke situatie die is onderzocht zich in de toekomst niet meer zal voordoen, daarvoor was het nu juist een unieke situatie. Wel zullen zich in de toekomst andere unieke situatie voordoen en het is aannemelijk dat machthebbers daarin weer andere fouten zullen maken. Het heeft veel meer zin als niet de inhoud, maar het (sociaal psychologische) proces dat heeft geleidt tot de fouten wordt onderzocht. Sterker: zet bij belangrijke overlegsituaties een steengoede procesbegeleider die gedurende het overlegproces, waarin belangrijke besluiten worden genomen, interventies doet, spiegels voorhoudt en gewetens vragen kan stellen. Zou dan het Catshuis overleg wel zijn geslaagd? Wat een prachtig tafelschikking was daar overigens te zien. Daar is systemisch over nagedacht. Links van Rutte met de klok mee zitten zijn secondant Blok, daarna Verhagen met Haersma Buma en tenslotte Wilders en Agema. Zet in de Trevêszaal ook zo'n procesbegeleider en je krijgt vast betere beslissingen. Learning-on-the- job dus en niet enquête achteraf. Ik weet nog wel iemand die dat wil doen. Maar ik dwaal opnieuw af.

Opvallend is het dat de jury van de talentenshows in toenemende mate achter hun tafel vandaan komen. Waren de eerste series Idols en X-factor nog vooral gericht op het vakkundig van achter de tafel af serveren van talenten, tegenwoordig gebeurt het anders. In #TVOH zit de jury op draaibare stoelen en strijden ze om de talenten. En bij #TUDB ('It's a battle, not a show') zitten de choreografen op stoeltjes op een rij en beoordelen ze elkaar. Maar het idiote programma De Slechtste Chauffeur van Nederland heeft het echt niet begrepen. In dat programma worden mensen opgegeven die in de ogen van een vriend of familielid heel erg slecht rijden. Deze slechte chauffeurs moeten allerlei rijproeven doen om vervolgens door een zeer pedante jury zittend achter de tafel te worden terechtgewezen. Alles is er op gericht om de chauffeurs zoveel mogelijk fouten te laten maken, zodat die jury vol verbazing kan zeggen hoe ze nu zo stom hadden kunnen zijn. Maar wat zou jij doen wanneer je als onzekere chauffeur de opdracht krijgt om hard te rijden en een noodstop te maken zodra de presentator zegt STOP, die dat vervolgens niet doet, zodat de meeste chauffeurs gehoorzaam door een kartonnen muur rijden om dan de toorn van de presentator én jury over zich heen krijgen dat ze in werkelijkheid wel dood hadden kunnen zijn ? Iedere psycholoog weet dat dit niet een oefening in rijvaardigheid is maar een test in gehoorzaamheid. En wat misselijk om na een parkeeropdracht aan de deelnemers te vragen of ze niet nog een parkeerticket moeten halen, waarna ze vervolgens tevergeefs naar een parkeerautomaat zoeken, die er niet is omdat het vrij parkeren is. Bah. En het gekke is: als je het wel goed doet, wordt je naar huis gestuurd, want alleen de allerslechtste chauffeur kan het programma winnen. Het gaat er dus helemaal niet om dat mensen beter leren rijden. Ik overweeg volgend jaar mee te doen en alles te acteren, dan kan ik gemakkelijk het programma winnen (en bedenk me op eens misschien de huidige deelnemers al acteurs zijn). Ik dwaal wederom af.

donderdag 12 april 2012

Toneelkijken en toneelspelen

Aan de vooravond van de opvoering van onze voorstelling 'Where the magic happens!' wordt het tijd om mijn blog te wijden aan toneel.

Want wat hou ik van toneelkijken en toneelspelen.

Een tijd lang heb ik het Utrechts theatergezelschap de Paardenkathedraal gevolgd dat helaas is opgegaan in het veel grotere en anoniemere DUS (De Utrechtse Spelen). Ik heb vrijwel alle voorstellingen onder de bezielende leiding van regisseur Dirk Tanghe gezien. Vooral de kleinere voorstellingen in hun eigen theater vlakbij ons huis waren vaak juweeltjes in spel en vormgeving. Daar heeft Barry Atsma zijn eerste schreden op het podium gezet. Zittend op de eerste rij, zie ik hem op het toneel nog voor me. Hij komt onder een echte douche vandaan en gaat zitten aan de ontbijttafel. Ik ruik de aardbeien ie hij vlak voor me op tafel kapot slaat. Dirk Tanghe was (en is waarschijnlijk nog steeds) een volkomen chaoot die zijn onmiskenbare creativiteit de overhand gaf in zijn leven. Hij heeft het dankzij een slimme zakelijk leidster nog relatief lang volgehouden in het Utrechtse. Zijn geniale voorstellingen waren op de première nooit af en duurde geregeld meer dan 3 uur. Zijn stemmingswisselingen waren bekend en geregeld kwam hij een periode tot helemaal niets. Ooit stond ik eens achter hem in de rij bij de plaatselijke Spar. Hij rekende 2 pakjes shag en 3 flessen Port af. Hij rommelde wat in zijn portemonnee, telde zijn muntjes en kwam mompelend tot de conclusie dat hij niet genoeg geld bij zich had. Een beetje opgelaten gaf ik hem een euro, waarna hij met gebogen hoofd weg liep. Volgens de jongen achter de kassa, die waarschijnlijk geen idee had wie deze verwarde meneer was, zat er weinig variatie in zijn consumptiepatroon. Het deed me denken aan Brigitte Kaandorp, die het ooit eens in een lied over een pakje shag en 2 bananen had. (http://www.songteksten.nl/songteksten/86395/brigitte-kaandorp/bananen-en-shag.htm). Ooit mocht ik als vriend van de Paardenkathedraal een repetitie bijwonen in de Stadsschouwburg, een paar dagen voor de première. Het was aangekondigd als een doorloop, een soort try-out, maar omdat de voorstelling nog verre van af was, was Dirk Tanghe nog volop aan het repeteren. Het duurde op een doordeweeks dag tot diep in de nacht, er zaten geloof ik nog 10 mensen in de zaal. Het viel me op hoe gewillig de acteurs alles deden wat hij vroeg. Zo moest Thomas de Bres (één van zijn muzen) even kort 'doorspoelen' in zijn tekst. Zonder ook maar een enkele hapering slingerde deze acteur zijn tekst in een onwaarschijnlijk tempo door de zaal. Zo hoort dus een Italiaantje er uit te zien.

Sinds lange tijd speel ik zelf toneel. Vaak vermoeid naar een dag werken, fiets ik op de dinsdagavond naar het repetitielokaal. Daar vertelt de regisseur precies wat ik moet doen en voer ik dat uit. Ik krijg feedback, doe het anders en zo groeit de voorstelling. Met meer energie dan ik gekomen was ga ik weer naar huis. Het mooie van het repetitieproces zijn niet de frustraties, de ruzies, de meningsverschillen over de dramaturgie, de spelers die het voor gezien houden, de twijfels of dat wat je laat zien onder de TL-buizen van de kale repetitieruimte ooit op applaus in het theater of de lach van de toeschouwer kan rekenen. Nee, dat is het zoeken naar hoe het script gespeeld moet worden, de keuze hoe je een tekst brengt, het verdiepen in het karakter van het personage, de magie wanneer je echt samenspeelt, de handeling die de tekst versterkt en de keuze van de muziek die het afmaakt. Wanneer de voorstelling op de planken gebracht wordt lijkt het allemaal logisch. Weinigen beseffen echter dat dat allerminst het geval is. Want het had ook anders gekund.
Het mooie voor mij is dat toneelspelen veel raakvlakken met mijn vak als trainer heeft. We leren mensen in trainingen om vooral congruent te zijn in wat je denkt, voelt en doet. De inhoud van je boodschap moet met de juiste intentie, intonatie en lichaamstaal gebracht worden. Bij toneelspelen is het juist spannender andersom. Regisseurs hebben me geleerd om de meest vreselijk woorden juist met een vriendelijk gezicht uit te spreken. Of hilarische teksten zeer serieus te brengen. Dan wordt het wranger, spannender om naar te kijken. In de voorstelling 'Where the magica happens!' mag ik in een aantal scenes de trainer spelen. De neiging is sterk om te gaan schmieren, maar het effect is groter wanneer ik mezelf in de rol volstrekt serieus neem. Ik verheug me erop om dat het komende weekend aan het publiek te laten zien. Net zo goed als ik zin heb om komende dinsdag mijn moeder, tijdens de traditionele moeder-zoon-dag, mee te nemen naar het DeLaMar Theater om (nog eens) 'Who is afraid of Virginia Woolf' te zien en me te vergapen aan het echte werk van professionals. Stiekem stel ik me voor om Martha ooit eens zelf in de rol van George alle hoeken van het podium te laten zien. Toneelkijken en toneelspelen versterken elkaar. Ik hou van beiden.

vrijdag 16 maart 2012

Sirene marketing

Waaraan moest je denken toen vorige week op de eerste maandag van de maand om 12.00 uur de sirenes afgingen? Waarschijnlijk aan niets bijzonders. "Ach, is het weer de eerste maandag van de maand", of "Is het al weer 12.00 uur?". Mijn enigszins morbide gedachten waren jarenlang: als ik een terrorist zou zijn, zou ik een aanslag plegen op dat tijdstip. Duurt toch een tijdje voordat mensen begrijpen dat het menens is. Het gros van de mensen weten dat het plaatsvindt en waarom, maar we hebben er verder niet zoveel mee. Tot vandaag.
Met www.1training.nl wil ik de wereld rond opleiding/training een stukje eenvoudiger maken voor mijn klanten. Speciaal voor de HR-adviseurs die opleidingen in hun pakket hebben. Daarom zet ik het concept met een 1 neer: met 1 leervraag in 1 dag op de 1ste maandag van de maand trainen. Makkelijk te onthouden. Pas later realiseerde ik me dat de sirene om 12.00 uur twee mooie kansen biedt: een marketing tool en een didactisch instrument.

Met marketing heb ik een haat liefde verhouding. Marketing is leuk zolang het gaat over de betekenis van je bedrijf, over positionering, over beloften naar klanten, over onderscheidende proposities. Marketing is helemaal niet leuk in uitvoerende zin. Een mailing opzetten, een website maken, een folder bedenken of een logo (laten) maken: ik heb er weinig mee en besteed het graag uit. De opleiding 'Strategische marketing van diensten', die ik een aantal jaren geleden heb gevolgd, voedde mijn ambivalente houding. Ik pluk er de vruchten van én ik verzet mij er tegen. Met een uitgestreken smoel durf ik bijvoorbeeld best te beweren dat ik met 1training.nl een Blauwe Oceaan heb gevonden (http://nl.wikipedia.org/wiki/Blue_Ocean_Strategy). Immers: ik verlaat de Rode Oceaan door in de overvolle markt van open trainingen niet met eenzelfde soort product de concurrentie aan te gaan. Nee, ik creëer iets anders, iets wat er nog niet is en waar dus ook nog geen concurrentie in bestaat: een open training op maat. Een stille blauwe zee in plaats van een door bloed rood gekleurde oceaan. Tja, en dan kom ik in verzet. Want met evenveel stelligheid kan ik het tegenovergestelde beweren. En daar zit meteen ook het voordeel: naar klanten hang ik met verve het eerste verhaal aan, tegenover vrienden permitteer ik mij een relativerende houding. Voor mij is marketing dus erg betrekkelijk: veel blabla, weinig onderbouwing. Echt hilarisch wordt als je met marketingmensen in jargon gaat praten. Je komt een heel eind als je veel Engelse woorden gebruikt! Zo van: 'Met OneTrainingdotNL zie ik business opportunities, door in de B-to-B markt van trainingen te penetreren met een trainingsconcept 2.0 gecreerd met een business case op basis van crowd sourcing door een focus op Customer Intimacy, waardoor in de value chain waarde wordt toegevoegd en mass customization mogelijk is. De Unique Selling Point is voor de gehele Discission Making Unit voelbaar, zodat de word-of-mouth communication past in een pull-strategy en delivery on demand mogelijk is.  
Maar toch. Als ik psychologie met marketing combineer wordt het serieus. Het is al vaker gedaan. Er bestaat een bedrijf dat zich Maandag noemt, ik rij er op de Waterlinieweg in Utrecht vaak langs. In mijn fantasieën zag ik het voor me dat Horizon haar trainingen op zondag liet starten: HoriZondag. Cup-a-soup is er in geslaagd om '4 uur' zich toe te eigenen. En ik claim de sirene. Om 12.00 uur op de eerste maandag van de maand gaan mensen een voorheen neutrale stimulus aan een positieve response koppelen. Een Pavlov-reactie: als je de sirene hoort ga je 'kwijlend' denken aan 1training.nl ('Ach, hoe zou het met Hans en zijn training zijn?' of liever: 'O ja, ik moet me nog inschrijven'). En het werkt nu al. Vorige week maandag kreeg ik, terwijl de sirenes amper tot rust waren gekomen, 2 smsjes. In de trant van 'Het moet niet gekker worden, maar ik moest aan je denken'. Verder op in de week vroegen 2 klanten hoe de training maandag was gegaan. Ook zij hebben het dus onthouden.

De sirene gaat ook werken als didactisch instrument. Tijdens de training zal ik iedereen om 12.00 uur vragen wat die ochtend hun belangrijkste leermoment was. In trainerstaal heet dat een persoonlijk anker maken. Na afloop van de dag formuleren de deelnemers wat ze straks op hun werk anders gaan doen én het verzoek om de maand later tijdens de sirene nog eens te denken aan hun goede voornemens. ('O ja, ik was het bijna vergeten, maar ik zou ..... gaan doen').

Wie wil er mee doen aan een experiment? Een soort digitale flash-mop? Geef via telefoon, ansichtkaart, mail, sms, Twitter, LinkedIn of Facebook aan waar je aan denkt als op 2 april de sirenes afgaan.

zondag 4 maart 2012

Sociale media

De 'lost generation'
Mijn generatie wordt op het gebied van computers en internet weleens de 'lost generation' genoemd. Anders dan onze ouders kunnen wij goed met computers overweg en snappen we het fenomeen internet. En tegelijkertijd zijn onze kinderen digitaal toch echt een stuk handiger. Ik zie mijn (schoon)neefje van inmiddels begin twintig nog voor me als peuter op schoot bij zijn vader voor de computer dwingend zijn eerste twee woordjes roepende: 'Papa enter !! Wetende dat als papa dat deed er iets heel moois gebeurde op het scherm. De peuters van tegenwoordig schijnen al veegbewegingen te maken op dat zelfde scherm. De iPad als standaard? Dat gaat wel heel snel. De huidige jeugd associeert het woord muis met dat ding naast je toetsenbord en niet meer met een levend diertje. Nog even en men kent het woord pet alleen nog maar met een i ervoor. Kortom, het is niet eerlijk: wij eind veertigers, begin vijftigers zitten er tussenin. We doen ons best, maar we zijn het nét niet. Dat komt natuurlijk omdat zo aan het einde van onze studie en het begin van onze werkzame leven de computer en wat later het internet zijn intrede deed. Mijn scriptie heb ik op de eerste computers geschreven. In WP 5.1 op grote, slappe floppy's, die een paar MB groot waren. Op mijn eerste werkplek was het zenuwcentrum de postvakjes, waarin alle belangrijk informatie op papier lag en waarvoor het kopieerapparaat overuren maakte. Voor ons was het een feest toen we allemaal een eigen computer kregen en de e-mail kwam. En stonden we niet verwonderd te kijken hoe we thuis via de vaste telefoonlijn konden inloggen, het modem van die mooie zenuwachtig geluidjes maakten waarna vervolgens heel langzaam de eerste websites op ons scherm te voorschijn kwamen? We hebben het zien komen, we moesten er mee leren omgaan en dat was hard werken. Zo.

Sociale media
En nu, velen jaren later leven we in de wereld van de sociale media. De verwarring in mijn generatie is groot. Sommigen hebben de mogelijkheden van LinkedIn, Facebook en Twitter inmiddels omarmd, anderen niet of nauwelijks. Het leuke is dat de laatste categorie hele mooie argumenten verzint om er maar niet aan mee te hoeven doen. Ik noem er een aantal: 'Hebben jullie daar dan allemaal tijd voor?', 'Ik hou liever van echt contact in plaats van elkaar op internet te ontmoeten' of 'Ik wil niet dat iedereen zomaar alles van me weet'. Alsof ze in de echte wereld wel zo goed waren in contact, ontmoetingen en openheid. U begrijpt, voor mij bieden de sociale media alleen maar voordelen. Als ZZP-er op zoek naar klanten is LinkedIn een uitkomst. Makkelijk om mensen op te zoeken en eenvoudig om bestaande contacten te volgen in hun carrière. In het kader van een concurrentie beding is er zelfs al een rechtszaak gevoerd over de vraag of iemand die namens het bedrijf heeft getwitterd wel al zijn duizenden volgers mocht meenemen bij vertrek. De zakelijke contacten die via de sociale media lopen zijn dus letterlijk geld waard. Een tamelijk bizarre ontwikkeling. Zelfs mijn vorige blog over mijn sabbatical heeft zakelijk gezien aantoonbaar iets opgeleverd. Een aantal mensen reageerde positief op mijn vraag om eens af te spreken, omdat ze mijn blog hebben gelezen, daardoor meer over mij te weten zijn gekomen en mij zodoende beter zijn leren kennen. Omgekeerd is dat overigens niet zo, wat een gekke scheefheid in vertrouwdheid geeft. Misschien dat sommigen daarom zich bijna verontschuldigden voor het lezen van mijn blog en dat niet kenbaar hebben gemaakt. Alsof ze dat stiekum deden. In de sociale media heb je dan ook grofweg 2 types: de exhibitionisten en de voyeurisen. De eerste kwakken hun hele hebben en houden op internet inclusief futiliteiten en details waar niemand op zit te wachten. Zij hopen dat hun berichten veel 'ge-liked' worden en zijn trots als hun vriendenkring op Facebook boven de 500 stijgt. Een schreeuw om aandacht? De voyeurs kijken en lezen wel, maar reageren niet en geven zelf geen informatie prijs. Gluurders dus. Waarschijnlijk is het vanuit die laatste behoefte dat vrienden van mij zich bij de laatste Oud en Nieuw tijdens het traditionele rondje over voornemens plechtig verklaarden dit jaar toch echt op Facebook te zullen gaan. Bij doorvraag bleken ze dat vooral te willen om hun puberkinderen in de gaten te houden. Helaas zijn die natuurlijk ook niet gek en laten het vriendschapsverzoek van hun ouders gewoon links liggen. Digitaal de gordijnen dicht en de deur op slot. En aangezien die zelfde puberkinderen op Facebook wel mijn vrienden zijn, heb ik op de verjaardagsvisites wat leuks te vertellen...... Over gluren gesproken.

'Korterlands'
De sociale media heeft ook een enorme invloed op onze taal. De meningen zijn verdeeld of dat nu positief of negatief is. Een hoogleraar noemde het 'Korterlands' van de twitterende en sms-ende jeugd een verrijking. Met het argument dat de huidige jeugd meer schrijft dan vroeger, zijn eigen geheimtaal ontwikkelt en creatief een boodschap kort weet te houden. Dat laatste herken ik. Sinds ik wat vaker Twitter, ervaar ik het als een sport om zoveel mogelijk informatie binnen de vereiste 140 tekens kwijt te kunnen. De juiste (Engels) afkortingen leer ik voornamelijk via Facebook van mijn Gambiaanse vrienden. Die openen hun chat standaard met 'h r u', wat How Are You betekent. En het duurde even voor dat ik begreep waar 'k' voor stond (namelijk 'ok'). Het betekent tevens de mogelijkheid om hun abominabele kennis van het geschreven Engels te verbloemen. Lees maar eens de onderstaande tekst van een willekeurig 'post' van een Gambiaanse vriend: 'Hold on ta ya dreams never let dem go show da world how wounderful u r luk on da ryt syd an dnt let advasity kip u frm winin, B yaself cus u r filled wiv many special qualities so no matter wat always have faith in god:-)' Je zou bijna denken dat hij niet kan spellen, maar het leest bijna als een rap en dat maakt het weer leuk, Jammer dat het inhoudelijk behoorlijke nonsense is. Bij deze nodig ik iedereen van de 'lost generation' uit zichzelf en anderen weer terug vinden via de sociale media.

zondag 19 februari 2012

Ondernemen

Tegenwoordig ga ik wel eens naar de Makro of de Sligro. Voor mij een gevaarlijke omgeving, want die groothandels doen hun naam eer aan. Alles ademt het woord groot uit: grote zaak, grote verpakkingen, grote karren en grote kortingen. Ik krijg dan enorme behoefte om te gaan hamsteren met als gevolg dat ik nu bijvoorbeeld scheermesjes voor zowat mijn gehele leven heb liggen. Voor ik weet sta ik met een grote hoeveelheden bij de kassa en valt het bedrag altijd hoger uit dan gedacht (ik weet wel dat de prijs zonder BTW wordt gecommuniceerd, maar ja). Laatst realiseerde ik me dat alle mensen die er rond lopen zelfstandig ondernemers zijn. Ik ga me dan van alles af zitten vragen. Is dit een goede afspiegeling van ondernemend Nederland? En wat voor zaak hebben ze dan? Komen ze hier voor hun eigen bedrijf, of net als ik voor het eigen huishouden? Sinds ik zelf ondernemer ben, zie ik ze opeens overal. Het zelfde effect wanneer je je nieuwe auto opeens overal op de weg ziet. En het zijn er ook zo veel. Je leest regelmatig dat het leger van ZZP-ers alleen maar groeit. Met een voordeel: de arbeidsmarkt wordt steeds flexibeler en kan fluctuaties in de conjunctuur opvangen. Hele beroepsgroepen werken als zelfstandigen: journalisten, artiesten, adviseurs en bouwvakkers. Laatst noemde ik het woord ZZP-er in een Tweet en binnen korte tijd krijg ik er vage volgers bij als 'ZZP-nieuws, 'Freelance Today' en 'Kantooradres huren'. Het geeft ook aan dat de ZZP-ers op zichzelf een markt zijn, volgens mij bestaat de KvK er van.

Gek woord eigenlijk, ondernemen. Als het een samenvoeging is van onder en nemen, waarom bestaat het woord bovengeven dan niet? Etymologisch onderzoek op internet levert geen duidelijk beeld op. Er wordt wat gemompeld over entrepeneurship, waarna het 'tussen' van 'entre' is verworden tot 'onder'. Zou kunnen, want 'entre nous' vertalen wij immers ook met 'onder ons'. Ook wordt er gezegd dat het letterlijk betekent 'iets onder aanvatten' in de zin van 'om het op te beuren'. Dat spreekt me aan: ondernemen is inderdaad je schouders er onder zetten.

En de schouders van mij zitten onder www.1training.nl. Afgelopen weken ben ik op zoek gegaan naar een geschikte accommodatie voor de training. Ook dan kom ik ondernemers tegen. Toen ik rondneusde op de website van het Coachhuis vroeg ik me af wie er als ondernemer achter deze site zat. Ze bieden zelfstandige ruimtes aan in het gehele land, die via de site per uur te reserveren zijn. Slim concept, voor vragers én aanbieders handig. Twee locaties heb ik bezocht en helaas vielen ze beiden tegen. De eerste leek veel belovend: een prachtig ruim landhuis, schitterend uitzicht, in het bos, dicht bij de snelweg. Er werd kordaat gereageerd op mijn verzoek tot bezichtiging en de jongeman die mij rondleidde deed zijn uiterste best. Zijn onervarenheid was bijna ontroerend: het type net afgestuurde bal, fout jasje en afgedankte schoenen. Op zijn visitekaartje stond Sales Manager Europa. Van welke bedrijf was mij niet duidelijk, maar het leek me een iets te grote broek. Het liet aan alles merken dat hij om klanten verlegen zat. Bij navraag bleek het huis van zijn oom te zijn, die het niet verkocht kreeg en het dan maar is gaan verhuren. Pas toen ik terug reed wist ik waarom het huis me zo tegen stond: de sfeer van oud geld. Muffe kamers, doorgezakte fauteuils, donkere lambrisering, lege boekenkasten. De tweede locatie betrof eveneens een prachtig huis. Van het naambordje op de deur kreeg ik echter spontaan jeuk: iets met gezondheid en spiritualiteit. Op de website van het aldaar gevestigde bedrijfje las ik later dat het een bureau is voor klimaatverandering, (!), lichaam, geest en bedrijf. Werkend vanuit een holistisch visie met 40 disciplines herbergen ze 40 disciplines uit de reguliere én alternatieve dienstverlening, zodat ze een cliënt 'beide kademuren kunnen laten zien'. Brrrr. Bij de deurbel stond nadrukkelijk aangegeven dat dat privé was en ik een paar deuren verder moest zijn. Omdat daar geen bel was, klopte ik wat onhandig op het raam, waarna de eigenaresse open deed en bijna verwijtend zei dat ik toch echt goed was. De centrale ruimte was prachtig, maar om ook de massage ruimte als coachruimte te kunnen bijhuren ging mij te ver. Ze deed nogal uit de hoogte, vond mijn vragen maar overbodig en dus haakte ik af. Vrouwen met een gedragsmatige hoge status, daar hou ik niet van. En toen zoonlief op zijn fiets zich langs mijn geparkeerde auto wurmde had ik sowieso teveel het gevoel bij iemand thuis te zitten. De derde locatie, buiten het Coachhuis om, was wel bingo. Professionele en persoonlijk ontvangst, prachtige ruimtes in een mooie vila, smaakvol ingericht en met een goede sfeer gericht op trainingen rond persoonlijke ontwikkeling. Opgezet door een trainster, een ondernemer, die graag een eigen plek wilde creëren voor haar werk. Wel prijzig, maar er valt te onderhandelen. En met een mooi naam: De Tussentijd. Bijna net zo mooi als het woord ondernemen. 

zondag 5 februari 2012

Zelfsturing

Ik sta nu ruim een maand op eigen benen. Er bestaan veel woorden die dat omschrijven en soms zoek ik nog naar de juiste. Hoe presenteer ik mezelf? Als zelfstandige? ZZP-er? Oprichter van mijn eigen bedrijfje (grappig dat bijna iedereen het verkleinwoordje gebruikt)? Eigenaar? Het visitekaartje drukt me met de neus op de feiten. Wat zet ik onder mijn naam? Het is eigenaar geworden. Het klopt wel, maar klinkt ook een beetje hebberig. LinkedIn maakte toen ik eigenaar ergens in mijn profiel invoerde er automatisch Owner at 1training.nl van. Ook goed. Tegelijkertijd met het verkopen van mijn product (een open training op maat), zet ik mezelf ook op de kaart als trainingsacteur en adviseur. Dus daar kan ik ook een heel visitekaartje mee vullen. Heb ik maar niet gedaan, de doelgroep die mij gaat 'inhuren' bereik ik via persoonlijk contact. Het geeft wel aan waar je allemaal druk mee kan zijn. Of niet. Want die keuze is aan mij en aan niemand anders. Zo heb ik de afgelopen maand ervaren: als één grote les in zelfsturing. En mensen die me goed kennen weten dat ik daarin inderdaad een leerling ben. Sprak ik immers in de blog over mijn sabbatical niet over het ontwikkelen van autonoom gedrag? Nou, mijn leercurve is een steile: er is geen ontkomen aan. Ik heb mij nooit gerealiseerd hoeveel er voor je, of zo je wilt óver je, wordt beslist in een werksituatie met vast dienstverband. Dan weet je waar je kantoor is en hoe laat je daar geacht wordt te verschijnen. Dan vult je agenda zich bijna automatisch met afspraken, vergaderingen, bezoeken en bila-tjes. Dan wordt een groot gedeelte van je werk gestuurd door de vele mailtjes die je krijgt. En praat je met een kop koffie even bij met een collega en loopt de lunch een beetje uit. Nu niets van dit alles. Eigen baas zijn betekent dat ik mezelf moet aanspreken, motiveren, corrigeren en complimenteren. Ik ben mijn eigen people manager en dat heeft duidelijk een leuke kant en een keerzijde. Nu begrijp ik pas de zin uit 'Een eigen huis' van René Froger: 'Als ik geen zin heb om te werken dan stel ik al het werk tot overmorgen uit'. Ik vond dat altijd een arrogante frase. Als 'loonslaaf' was ik jaloers op mensen die dit überhaupt konden doen en nu ik deze mogelijkheid wel heb merk ik het voordeel én het nadeel. Niets menselijks is mij vreemd: ik kan heel goed uitstellen. Toch lukt het me om consciëntieus te werken en dat is verruimend. Het is toch wel lekker om alles zo te doen als ik het wel. En geen verantwoording af te leggen, hoogstens aan mijzelf. Het plezier daaraan werd duidelijk toen ik afgelopen week mijn website www.1training.nl lanceerde. Mensen reageerden en vonden de website mooi (natuurlijk zeggen ze dat), maar kwamen gelukkig ook met opmerkingen. En hoewel ik niet zo goed om kan gaan met kritiek, liet ik me nu veel minder dan anders leiden door de mening van anderen. Zo kon ik bovendien moeilijk de beslissing over het ter harte nemen van de opmerkingen aan een leidinggevende over te laten. Eigenlijk hoefde ik het alleen maar te toetsen aan mijn eigen ideeën over het concept, waardoor ik de opmerkingen makkelijker om hun waarde kon inschatten (en een aantal niet overnam !).

De winst van de afgelopen maand zit in de positieve reacties van klanten op 1training.nl. Het concept klopt. Diep in mijn hart wist ik dat, maar het is buitengewoon heerlijk om het bevestigd te krijgen. Het 'verkopen' van 1training.nl kreeg een extra stimulans door de waardevolle inzichten uit het boek 'Identiteitsmarketing' van Kaj Morel, die ik aan het lezen ben. Overigens is de titel misleidend, omdat het suggereert over marketing te gaan. Het gaat echter veel meer over visievorming en verandermanagement. Zijn stelling is dat je als organisatie niet moet uitgaan van een gat in de markt maar van wat jij graag wil betekenen voor klanten. De klassieke marketing gaat uit van de markt: je moet precies dat leveren wat klanten willen. Hij keert het om en zegt dat je moet maken wat jij graag wil en dat vervolgens zo doen dat klanten de meerwaarde zien. De extra dimensie is dat klanten onmiddellijk merken wanneer mensen van een organisatie zelf volledig achter het product of dienst staan, omdat ze er echt in geloven. Mij helpt het verder om niet alleen maar achter klanten aan te jagen en me aan te passen aan hun wensen, maar veel meer uit te gaan van mijn eigen drive.

Mijn zelfsturing heeft tot slot een soort mantra opgeleverd die ik elke ochtend herhaal. Het boek 'De kunst van het nietsdoen in de praktijk' gaat over het Tao-isme en heb ik tijdens mijn sabbatical gelezen. Ik heb er eerder over geschreven. Omdat het boek pretendeert over de praktijk te gaan, ontkwam de schrijver er niet aan om af te sluiten met enkele oefeningen voor elke dag. Veel daarvan waren mij te gortig, maar één heb ik ter harte genomen. Hij adviseert om de dag te beginnen zonder de last van gisteren. De oefening houdt in dat je iedere dag nadat je wakker geworden bent het volgende feit voor ogen houdt: wat gisteren is gebeurd is voorbij. In mijn eigen taal mompel ik nu elke dag op de rand van mijn bed: gisteren was gisteren en vandaag is vandaag. En verrek, het werkt.